woensdag 20 maart 2013

CULTUUR VAN DE MODERNEN


Choreografie

Choreografie is de volgorde en combinaties van passen waaruit een dans is opgebouwd, vaak op muziek. Mensen die choreografieën maken worden choreografen genoemd. Je kunt een choreografie maken voor verschillende danstypes: individuele dans, partnerdans, groepsdans, kunstdans, schowdance, stijldans en Volksdans. Choreografieën komen niet alleen bij danssport voor maar ook bij bijvoorbeeld kunstschaatsen en schermen. Het woord chore(o)graphie komt uit 1701 toen een Franse dansmeester genaamd Feuillet een werk publiceerde getiteld “Chorégraphie, ou l’art d’écrire la danse par caractères, figures et signes démonstratifs”.

 

Ausdruckstanz & Mary Wigman  

De Duitse choreografe en pedagoge Mary Wigman (1886-1973) stond aan de wieg van de naoorlogse moderne dans in Europa. Mary ontwikkelde zich in de ’20 jaren als een van de pioniers van de expressionistische dans. Mary was samen o.a. Rudolf Laban en haar leerling Kurt Jooss een belangrijke vertegenwoordigster van de Ausdruckstanz (expressionistische dans).

 

Als een van de eerste legde Wigman de nadruk op dans als zelfstandige kunstvorm door weinig of geen muziek te gebruiken. In tegenstelling tot Dalcroze – die een hechte relatie tussen dans en muziek benadrukte – maakte Wigman vaak stukken zonder muzikale begeleiding, om met niet meer dan getrommel het ritme aan te geven. Ze zag het menselijk lichaam als een instrument. Hierdoor vestigde ze de aandacht op de zeggingskracht van de dans en niet op de muziek.

Ademhaling was heel belangrijk in haar dansstijl, dit om de natuurlijke spanning teweeg te brengen die voorgezet werden in haar bewegingen. Opvallend verder was de pose-achtige bewegingen van heup, armen en handen. Ze gebruikte vaak maskers bij haar dans en eigenlijk alle dansen waren somber.

 

Met haar zogenaamde Ausdrukstanz confronteerde ze haar publiek met de slechte kanten van de mens: het verval, vernietiging en de dood. Als een heks danste ze over het podium alsof ze het publiek wilde bezweren met toverachtige formules. In haar stukken kwamen emotioneel gekwelde of verscheurde personen voor. Het leek of ze over kwade krachten beschikten die van buitenaf kwamen of in henzelf leefden. Hiervoor gebruikte Mary een combinatie  van dans en mime: knielen, hurken, vallen en kruipen. Het masker in de Ausdruckstanz bezat een eigen leven; bij elke beweging veranderde de expressie van het gezicht. Volgens Wigman was deze dans de enige die haar geen plankenkoorts bezorgde: “Ik hield er erg van me in de expressieve wereld te voelen groeien. Hoe intens probeerde ik bij elke voorstelling mezelf terug te vinden in het oorspronkelijke gevoel van de dans en als het ware weer bij het begin te beginnen door de vormen precies uit te voeren”.
 
Mary Wigman - Hexentanz